hoe vliegt een vogel?
Een vogel heeft vleugels om mee te vliegen. Een reuzenalbatros heeft reuzen-vleugels. Hij laat zich dragen door de wind. Hij kan urenlang door de lucht zweven zonder ook maar 1 keer met zijn vleugels te slaan.
Een reuzenalbatros haalt met wind mee soms wel 150 km per uur!
Een kolibrie is een piepklein vogeltje. Hij kan stilhangen in de lucht. Zijn vleugels bewegen dan zo snel op en neer dat je een zoemend geluid hoort. En een kolibrie kan ook achterruit vliegen.
Met zijn lange snavel haalt een kolibrie nectar uit bloemen.
Supervleugels
Gierzwaluwen blijven altijd in de lucht, zelfs als ze slapen. Door hun smalle gebogen vleugels kunnen ze snel van richting veranderen. En ze gaan heel hard; 100km/u is voor ze geen probleem.
Gierzwaluwen plukken al vliegend insecten uit de lucht.
Een slechtvalk kan nog sneller. In zijn duikvlucht naar beneden haalt hij wel 175km/u!
Niet alle vogels vliegen!
Alle vogels hebben vleugels, maar sommige vogels stijgen nooit op. Bv. struisvogels, ze zijn er te groot en te zwaar voor. Maar op hun hoge poten kunnen wel heel snel vooruit!
Een struisvogel is supersnel. Hij haalt zo'n 70km/u.
Ook pinguïns zijn te zwaar om te kunnen vliegen. Maar onder water komen ze heel snel vooruit. Ze gebruiken hun vleugels als vinnen.
Pinguïns duiken onder water naar vissen, inktvisjes en krill. Het zijn fantastische zwemmers.
Veren
Een vogel heeft donsveren en dekveren. De veren zijn waterdicht, dus ze houden hem droog en warm. Om te kunnen vliegen heeft hij slagpennen. Dat zijn grotere veren.
Met zijn snavel poetst een vogel zijn veren.
Een puttertje houdt zichzelf warm door zich bol te maken.
Vogels zijn warmbloedig; ze houden hun eigen lichaam op temperatuur. Als het koud is, zetten ze hun veren op. De dekveren houden de warme lucht dan beter vast.
Snavel
Aan de snavel van een vogel zie je wat hij eet. Een vinkheef teen stere snavel. Hij kan er zaden mee openbreken. De kleine, korte snavel van een gierzwaluw is heel handig om muggen en anderen insecten naar binnen te weren.
Een puttertjes dol op het zaad van stekelige distels. Vandaar zijn tweede naam : distelvink.
Vogels pikken met hun snavel takjes, bladeren en gras op. Daarmee maken ze hun nest. Sommige vogels maken er iets heel bijzonders van. Wevervogels vlechten een prachtig, overdekt nest.
Wevervogels danken hun naam aan de mooie nesten die ze bouwen.