vogels
Vogels kiezen hun vrienden.
Grotere vogels kunnen 50 - 100 jaar oud worden.
Watervogels
Eenden en zwanen zijn watervogels. Ze kunnen vliegen en rondstappen op de kant, maar de meeste tijd zijn ze toch in het water te vinden. Daar hebben ze dan ook hun zwemvliezen voor.
Een eend heeft een brede, platte snavel. Daarmee zeeft hij diertjes uit het water.
Als de jongen van een eend of een zwaan uit het ei zijn gekropen, gaan ze al snel achter hun moeder aan het water in. Na een paar maanden leren ze ok vliegen.
Zwanenjongen blijven dicht bij hun moeder. Ze kunnen nog niet voor zichzelf zorgen.
Trekvogels
Er zijn vogels die elk jaar een lange reis maken, Dat zijn trekvogels. Canadese ganzen krijgen hun jongen in het noorden. In de herfst trekken ze naar het zuiden, waar het warmer is; daar is ook meer eten te vinden.